OVER ALEX CROES

"(...)De nacht en ook wel melancholie zien we terugkomen in het wederkerende thema van de kindertijd en de (ontbrekende) vaderfiguur. Wie Alex maar een beetje kent, weet waarover ik spreek. Alex’ kunstwerken zijn therapeutisch, ze gelden voor hem als pleisters op diepe emotionele wonden.

“Voor mij primeert de galgenhumor, de grimas en het macabere”, zegt Alex over zijn werk. Een enkele blik op zijn sculpturen toont lichamen die vervormd zijn, die in onnatuurlijke houdingen gewrongen zitten en in soms quasi rottende toestand verkeren. Alex’ wezens zijn vastgeketend en verhakkeld in de angstaanjagende stilte van de levensangst of verpletterd onder de waanzin van het menselijke bestaan. Geen gladde gepolijste oppervlakten. Hier is overduidelijk de invloed van horrorschrijvers als H.P. Lovecraft terug te vinden.

Alex’ sculpturen vormen macabere expressies en zijn vaak zelfportretten of portretten van mensen die dicht bij de kunstenaar staan. Zijn werk vertrekt steeds vanuit zijn eigen gevoelens en emoties. Alex baseert zich op zijn omgeving, op wat hijzelf meemaakt, voelt en denkt. Het werk van Alex is zo een poging om de mens in al zijn kwetsbaarheid en broosheid weer te geven. Daarom bewondert hij Alberto Giacometti zo. “Mijn sculpturen hebben elk hun levensverhaal te vertellen, ontstaan uit mijn herinneringen, gevoelens, dromen of nachtmerries”, aldus Alex.

Hoewel het lugubere aanvankelijk primeert en zijn werk choquerend kan zijn, zien we ook hoop in Alex’ ‘condition humaine’. De gepijnigde wezens van Alex leiden ons naar een zekere morbide schoonheid. “Mijn werk ontstaat uit krampen tussen lach en traan, hoop en wanhoop, haat en liefde”, zegt Alex. Het is op die manier bijzonder duaal werk. Wanneer je zijn technisch complex werk meer in detail bestudeert, zie je die tekenen van hoop in een enkele glimlach, een klein handgebaar of verborgen symbolen. In Alex’ werk zit zowel vernielingsdrift als levensdrang. Het toont het leven met zijn verschrikkingen, maar uiteindelijk ook zijn genoegens. Alex’ sculpturen zijn tegelijk teder & agressief, broos & krachtig. Er is zelfs iets van hoop te bespeuren. Goed nieuw dus: we kunnen afsluiten met een vrolijke noot en misschien valt er vanavond alsnog wat te lachen. “Er is wel degelijk hoop”, dat zijn niet mijn woorden, maar die van Alex. Laten we samen met Alex hopen dat er hoop is. Misschien is er zelfs nog hoop dat er ooit een dolkomisch werk van Alex komt."

2016 Yves De Ridder

 

---


"De kunstenaar doorbreekt de klassieke vorm, hij denkt verder dan het gewone. Zijn werken zijn op z'n minst mysterieus te noemen en creëren als het ware een eigen universum. Het verhalende aspect is treffend. Hoe langer je naar de werken kijkt, hoe meer verrassende details je ontdekt. Details zoals - ik citeer - "het schoon poepke", dat door de jury op veel enthousiasme onthaald werd. De kunstenaar kan zich duidelijk op een grote vakkennis beroepen. De werken zijn complex, zowel in vorm als in materie, en werden met veel vakmanschap vervaardigd."

2015 Nationale Wedstrijd voor Beeldhouwkunst

 

---


(...) Als we kijken naar het werk van Alex Croes, valt het meteen op dat dit geen vrolijke poppetjes zijn. Het lugubere, donkere karakter dat we ook terugvinden in de werken van Medardo Rosso en James Ensor, een persoonlijke favoriet en inspiratiebron voor Alex, geeft gestalte aan zijn werk. Zeker zijn werken Maestro, Slechte vader of Ridder lijken eenzelfde ietwat dwaze, op het krankzinnige af lugubere blik in de ogen te hebben als de wazige figuren in Ensors schilderijen of Rosso’s sculpturen. Buiten de droefgeestigheid van Camille Claudel, geeft Alex Fred Bervoets aan als invloed (met wie hij de immer terugkerende vervormde zelfportretten deelt), en ook kunstenaar, vriend en oud-leraar Bert Van Mieghem, die hij één van zijn grootste en belangrijkste inspiratiebronnen noemt.

(...) Alex is een onzeker iemand, een echte melancholicus zoals ik. Die onzekerheid en het geworstel met het – soms ietwat dubbele – zelfbeeld kenmerkt zijn werk. Van zijn ouder werk tot zijn latere sculpturen en etsen. We zien het gevecht met de afstotende vaderfiguur ook terugkomen, een onderwerp dat diepe wonden heeft gelaten en wat al vaker een gespreksonderwerp is geweest op die talloze caféavonden. Het schuchtere kind, wat Alex nog steeds is in mijn ogen, komt vooral voor in zijn ouder werk, maar wie goed kijkt, ziet er glimpen van in zijn hele oeuvre. Het zit verscholen, achter een andere vorm, in een krachtigere vorm en op een bepaalde manier in een meer zelf relativerende vorm – iets wat hij van zijn ex-leraar Bert geleerd heeft. Toch, in al die tristesse en wanhoop schuilt ook een sprankel hoop, zoals Yves De Ridder ook al aangaf in zijn tekst, in de vorm van een verdoken handgebaar of vale glimlach. Alex kennende, zie ik zelfs humor in zijn werk. 

2015 Lennart Van Staen